|
|
|
|
Als je patronen gaat rijgen is het
handig om deze tips eens door te lezen. Als je nog nooit met c-lon geregen hebt
dan is dat in het begin vaak even wennen. Je moet goed opletten dat je tijdens
het rijgen niet in de draad steekt als je b.v. 2x door een kraaltje rijgt. Je
kunt dit controleren door de draad heen en weer te schuiven. Zorg dus voor
goede kralen en goede naalden.
C-lon garen is heel sterk kralenrijggaren in veel kleuren
verkrijgbaar. Het wordt vooral gebruikt voor patronen die "slap"
vallen zoals netting. Het garen is heel geschikt om te rijgen met
kleine kraaltjes. Voor grotere zwaardere kralen is het vaak minder
geschikt. C-lon is verkrijgbaar in verschillende diktes
Meestal is dat dikte A of D. Dikte A is het dunst, dikte D is
dikker. Bij mijn patronen gebruik ik altijd dikte D |
|
|
Rijgtips : |
|
|
-
Als je gaat
rijgen, begin dan ongeveer in het midden van de ketting, laat een lang stuk
draad uitsteken, rijg eerst de ene helft van de ketting en dan de andere
helft, kijk of het lang genoeg is en ga dan pas de kalotjes en het slotje er
aan zetten. Dit kan bij de meeste patronen. Zo hoef je niet met een heel lange draad te rijgen en voorkom je
dat je tijdens het rijgen knoopjes
moet maken omdat je een nieuwe draad aan moet hechten.
|
|
|
- Heb je iets verkeerd geregen
steek dan liever niet terug maar trek de draad met naald en al
terug door het kraaltje. Je steekt anders makkelijk in de draad
en dan ben je
verder van huis.
|
|
|
-
Moet je toch
een nieuwe draad aanhechten, zorg dan dat het knoopje zo dicht mogelijk bij de geregen
kralen zit, steek de stukjes draad weg in het patroon.
Kijk bij
Gratis uitleg
|
|
|
-
Gebruik een
zgn. stopkraal. Dit is een gewone willekeurige kraal, een kunststof parel is
vaak prima. Rijg de kraal aan de
draad en rijg nog eens door de kraal. Ga nu je patroon rijgen, de kralen
blijven nu mooi vast zitten en gaan niet schuiven. De stopkraal
haal je er later weer af.
|
|
|
-
Pak een stuk
draad van 40 cm. Rijg een stukje van het patroon b.v. 10 cm, afhankelijk van
het patroon. Je kunt nu zien hoeveel draad je gebruikt hebt en zo berekenen
hoeveel draad je ongeveer voor een ketting nodig hebt.
|
|
|
-
Gooi stukjes
draad van redelijke lengte niet weg. Die kun je goed gebruiken om
oefenstukjes te maken.
|
|
|
-
Maak altijd
een oefenstukje. Het is makkelijker om een patroon te leren met een niet
zo lange draad.
|
|
|
-
Afwerken. Zo doe ik het meestal:
zorg dat je minimaal 2 draden hebt. Rijg deze door het kalotje.
Rijg 1 draad door een 15/0 kraaltje of een klein kraaltje dat in
het kalotje past, maak knoopjes met de tweede draad, knip af en
doe er een drupje lijm of blanke nagellak op, knijp het kalotje
dicht. Kijk bij
Gratis uitleg.
Rijg je met nylondraad dan kun je ook met 1 draad rijgen. Rijg
de draad door het kalotje, rijg de draad door een klein kraaltje
dat in het kalotje past en maak knoopjes. Door even een naald in
het lusje te steken kun je het knoopje dicht tegen het kalotje
schuiven. (Op dezelfde manier als je een ketting met parels
knoopt). Knip nu de draad niet af maar rijg terug door het
kalotje en een paar kralen. Zorg dat alles goed vast zit, maak
eventueel nog een knoopje en rijg door nog een paar kralen. Knip
nu de draad dicht bij een kraaltje af, doe een drupje lijm op de
knoopjes in het kalotje en knijp het kalotje dicht.
Bij nylondraad gebruik ik liever geen knijpkralen omdat deze het
draad kapot kunnen snijden.
|
|
|
- Niet altijd is het gaatje in de
kralen even groot. Soms ben je met een patroon bezig en opeens
kan je naald niet door een kraaltje dat je al eerder geregen
hebt. Uithalen is nooit leuk. Je kunt dan heel goed even een
slappe rijgnaald gebruiken. Dit zijn heel dunne naalden gemaakt
van draad
http://www.hekrasier.nl/benodigdheden1b-kralenrijgnaalden-verpakking.jpg
Kijk hier
voor info over deze naalden.
Daarna kun je weer met je gewone naald verder rijgen.
Soms kun je ook even met de platbektang je naald vastpakken en
door de kraal trekken, maar je loopt dan natuurlijk het risico
dat je naald breekt.
|
|
|
|
|